Kont in z’n koe kijken

In blog by Nancy Alders

Laatst zat ik heerlijk aan het strand in het middagzonnetje met mezelf een bakkie te drinken. Twee dames waren lekker met elkaar aan het kleppen. Ik kon het niet helpen dat ik hun gesprek hoorde. Oké, dat ik ook daadwerkelijk aan het luisteren was, kon ik natuurlijk wél helpen. Maar, hé, dan moet je maar ergens privé gaan zitten! Gewoon lekker ongegeneerd gesprekken afluisteren en vooral in mezelf gniffelen, want die dames konden er wat van. Van spreekwoorden niet trouwens. Zo zei de ene vriendin: “Ze had de klepel wel horen luiden…”, terwijl de ander er nog een bovenop deed: “Nou, ze pieste mooi naast de boot!”. Ze waren het roerend met elkaar eens. Ik niet. Tenminste niet met de juistheid van de spreekwoorden, maar dat zei ik natuurlijk niet. Ik moest alleen maar daardoor weer met een lach terugdenken aan een oud-collega, die ooit, jaren geleden, zonder schaamte overigens en vol overtuiging brulde: “Nou, het schaamrood stond op m’n lippen!” Een vriend was destijds ook getuige van dit ‘misgezegde’ en al jarenlang herinneren we elkaar hier vol plezier aan als we weer eens alle oud-collega’s de revue laten passeren. Dus ik kon het natuurlijk niet laten hem meteen een whatsapp te sturen. De lachende emoji vlogen het scherm op…

Maar hoe zit het eigenlijk met de kennis van de spreekwoorden en gezegden tegenwoordig? Worden ze nog gebruikt? Ontstaan er nieuwe en verdwijnen er ook spreekwoorden en gezegden? En waarom kent de jeugd er tegenwoordig steeds minder? Wordt het niet meer geleerd op school? Of zijn de meeste gewoon niet meer van deze tijd? Na wat te hebben gegoogeld, heb ik geen duidelijk antwoord gevonden op de bijdrage van de scholen, maar dat er spreekwoorden zijn die niet meer veel worden gebruikt, omdat ze ouderwets zijn, wordt wel door vele taalkundigen bevestigd. Zoals het spreekwoord ‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’. Eh, waard? Die vind je tegenwoordig niet hoor in de hippe lounge-cafés. Of: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje!’. Eh, dubbeltje? Kwartje? Of wat dacht je van: ‘Hij heeft zijn sporen verdiend.’ Pffff, zoooooo riddertijd! Ook weet nauwelijks iemand meer wat een ‘kerfstok’ of ‘strijkstok’ is, laat staan dat men begrijpt wat je zegt als je er respectievelijk iet op hebt, of aan blijft hangen. En waarom zou je überhaupt iemand een handschoen toewerpen? Jammer dat oude spreekwoorden en gezegden langzaam verdwijnen, want zo raken we toch een stukje van onze geschiedenis kwijt. Maar we moeten mee met de tijd. En ook daar vind je heel wat voorbeelden van op het internet. Ouderwetse spreekwoorden die gemoderniseerd zijn, zoals: Een gesloten laptop zijn. Eén hashtag maakt nog geen topic. Joost mag het tweeten. Geinig.

Toch hou ik het graag bij de oude spreekwoorden (’t zal de leeftijd zijn…). Want ik vind het een bijdrage leveren aan de Nederlandse taal. En ik vind het gewoon leuker om te zeggen “Wat in het vat zit…”. (En dan stop ik inderdaad, want anders wordt het toch weer té ouderwets), dan “Wat je bewaart, hou je nog tegoed voor een andere keer”. Het bekt gewoon lekker. De kunst is en blijft natuurlijk wel om het spreekwoord of gezegde goed te zeggen. En dat blijkt dus zo eenvoudig niet. Veel foutjes zijn er overigens ook ingeslopen en merken we niet altijd meer op, zoals ‘niet verder denken, dan je neus lang is’, ‘de armen uit de mouwen steken’ en ‘geen hond die ernaar kraait’. Maar, soms is het toch echt overduidelijk. Bijvoorbeeld toen ik laatst vol overtuiging riep, om zo mijn verhaal extra kracht bij te zetten: “Dat is de kont in z’n koe kijken!”. Dus… Waarop mijn vriendin natuurlijk in de slappe lach schoot en ik daardoor snel realiseerde dat ik even ‘in de bonen was’. Uiteraard lachte ik keihard mee, maar wel met het schaamrood op m’n lippen… 😉